Dag 06 Terug door Luxemburg

Voordat we vertrekken doen we nog even een rondje Abdij van de orde van Premonstratenzers of de Norbertijnen, die orde heeft zich in Noord Frankrijk opgericht. De monniken van deze orde wilden vooral goede werken doen. Het gebeurde allemaal in 1120 in het plaatsje Prémontré. Hier in Pont à Mousson werd de abdij van 1705 tot 1735 gebouwd in Lodewijk XIII stijl: groots en meeslepend. Het gebouw is natuurlijk een keer verwoest en in 1957 herbouwd. Monniken lopen er al lang niet meer rond, maar wel congresgangers, tentoonstellingbezoekers en verdwaalde hotelgasten zoals wij. Je snapt niet dat zoiets groots kan renderen. Het verkeert in ieder geval in goede staat.

We tellen drie bijzonder gevormde trappenhuizen: rond, ellips en vierkant. Met in de laatste een enorme glazen kroonluchter. De plaquette meldt dat ie 650kg weegt, dat er 20 dagen door 4 mensen aan gewerkt is en 1417 stukjes glas in zitten.

Verder zijn er vijf hectaren aan gronden met verschillende (klooster)tuinen.

En natuurlijk de gebouwen zelf, ooit een klooster, abdij, hospitaal enzovoort.

We vertrokken even na elven voor de thuisreis en wilden wat meer door de Ardennen rijden. Dat betekent oost om de stad Luxemburg, en daarna dwars door het Groothertogdom naar het noorden. Het was bewolkt en zelfs even mistig, maar na de eerste benzine en vooral koffiestop in Diekirch klaarde het op en reisden we voorspoedig door het herfstkleurige Luxemburgse landschap. We houden halt in Malmedy, een Belgisch stadje aan de Warche dat we vroeger ook wel eens aandeden op wandelvakanties in de Ardennen.

Je kunt hier de auto midden op het plein parkeren en vervolgens lunchen in een van de vele tentjes aan dit plein, onder het toeziend oog van - alweer - een abdij. Dit keer van de Benedictijnen. Overigens is het nu een kathedraal, maar het is klein bier vergeleken met die enorme dingen in Metz, Nancy, of Toul.

Na nog ruim twee uur sturen komen we veilig  in Nijmegen, waar we de kachel weer een beetje opstoken. Het is hier wat frisser.