Dag 21: Van Bergerac naar Tours

Vandaag de extra tussenstop in Tours. Na alle commotie gisteren viel het nog niet mee de slaap te vatten in dat appartement.

Zo’n steile trap ‘s nachts is niets voor ons, we zijn toch wat meer comfort gewend. We ontbijten snel en kijken nog even rond in Bergerac. Het valt op dat er veel (gepensioneerde) Hollanders rondlopen.

Na een espresso bij de bakker was het tijd de bagage op te halen en Captur te starten. Het was nog even spannend om de auto in de smalle straatjes langs bouwbusjes te manoeuvreren. Met ingeklapte spiegels ging het net.

De route naar het noorden voert aanvankelijk vooral over D-wegen. Je geniet dan meer van het landschap, maar het gaat wel erg langzaam.

In Verteillac drinken we een tweede ‘petit café’ en daarna rijden we langs majestueuze kastelen, zoals je die alleen in Frankrijk ziet.

We laten internet plaatjes zien, want je rijdt er zò voorbij. Eindelijk bereiken we een vierbaans N-weg, de N 10. Aan deze weg vind je, net als bij tolwegen, aantrekkelijke Aires. Bij één daarvan lunchen we onder de dennenbomen. En dan komt een tolweg in zicht. 

Eenmaal op de autoroute gaat het hard. In no-time zijn we in de voorsteden van Tours. En dan is het handig om even een zijstapje te maken om te tanken. We zagen aan de A10 prijzen van €2,31 per liter en dat scheelt veel met de €1,97 bij DeClerc. 

Inmiddels loopt het tegen halfvijf en dat betekent spits. In Tours krijgt de auto weinig ruimte, maar als je naar je hotel wilt, wil je toch wel vooruit. Tomtom was niet zo op dreef, en bracht ons in een straatje waar we niet wilden zijn. Dan maar op de stoep parkeren, terwijl Tony op onderzoek uitgaat. Het zijn altijd de laatste meters die het lastigst zijn.

Uiteindelijk parkeren we ondergronds en lopen zo het Grand Hotel binnen. Het ligt eigenlijk aan het stationsplein. We vragen en krijgen een rustige kamer op de bovenste (5de) verdieping. Onze kamer is met een zaal van een badkamer groter dan dat appartement in Bergerac.

Het is leuk nog even in Tours rond te lopen, een boodschap te doen en bij het station te eten. In de Brasserie ontmoeten we een farmaceut, denken we, die zeer geïnteresseerd is in de hedendaagse natuurwetenschappen. We krijgen een geanimeerd frans-engels gesprek over complexe getallen en zo wordt het vanzelf iets later voor we terug naar het hotel gaan.

Morgen rijden we naar Bourgtheroulde-Infreville. ‘t Is een mondvol, maar het ligt ten zuiden van Rouen en vormt een handige opstap voor de laatste rit naar Nijmegen.