I. De kust des doods

11 juli 2018 - Laxe, Spanje

Niks aan te doen, het heet hier nu eenmaal zo. Met de zware westerstormen zijn hier heel veel scheepjes vergaan. We zitten dan ook op de hoek van de Golf van Biscaje en de Atlantische  oceaan; zelfs hartje zomer waait het hier. 

Het landschap helpt ook niet mee, want overal zijn uitstekende Capo’s met verraderlijke stromingen. Op ieder zo’n punt stond ooit wel een vuurtoren. Tegenwoordig heeft ieder schip zijn eigen gps en radio aan boord en zijn die dingen niet meer zo nodig.

Vanuit Laxe (spreek uit: lashje) beginnen we onze rit langs de kapen in Muxia. Een dorp met vissershaven en een wandelpad dat leidt naar de vuurtoren (Puente da Barca) en een spliksplinternieuwe kerk (de oude was afgefikt) in oude stijl. Vanaf hier mooie uitzichten over  de rotsen met branding.

Na de espresso’s vanaf hier naar Camariñas gekoerst. Oók een vissersplaats met restaurantjes met bbq, waarop een mijnheer voortdurend kip en vooral vis stond te roosteren. Tony koos voor sardientjes met brood en Dick voor pollo met patatos. Daarna verder, naar de vuurtoren met het grootste licht op Capo Vilán. Vuurtorens hebben hier meestal een heel gebouw eromheen. Op Vilán was het een museum over vuurtorens, met veel tekst in het Spaans en Galicisch. Engels zit er meestal niet bij. Dick was blij verrast dat er een enorm systeem van fresnel-lenzen te zien was, met daarin een  spitsbooglamp, waaromheen het draaiend glaswerk haar parallelle bundels over de zee liet scheren. En dat allemaal met elektronica van een kleine eeuw oud. 

Vandaag, woensdag doen we het verder rustig aan en keren bijtijds terug naar Laxe met onze C3 die de afgelopen nacht volledig is  ondergescheten door de krijsende meeuwen; die je ook nog uit je slaap houden.

Ons slotakkoord was een wandeling naar de vuurtoren van Laxe, om de hoek dus. Dat bleek ruiger dan gedacht, maar des te mooier de uitzichten met bloeiende hei, zee en rotsen. Later in een Cercevería (biertent met eten) onder het genot van pizza en sla De Engelsen zien verliezen van de Kroaten. Het beslissende doelpunt viel in de verlenging.  

Dag twee in Laxe houden we het rustig, we doen nog één kaapje: Cabo de San Adriàn bij Malpica. Hier begint of eindigt de doodskust en natuurlijk staat er weer een godshuis. Dit keer een obscuur karmelietklooster dat uitziet op twee rotseilandjes: Illas Sisargas.

In het stadje Malpica lunchen we: abondigas met sla. Steile straatjes dalen of af naar de haven of naar het strand. Het uitzicht op zee is rustgevend. Tenslotte doen we nog een paar oude stenen aan uit het megalithicum (3000/2000AC). 

Vanavond als laatste actviteit “la praia dos cristais” bezocht. Veel stukjes groen en wit kristal lagen er in een baaitje. Het bleek gepolijst flessenglas te zijn, waarschijnlijk van een gestrand schip. De nummers stonden er nog op. Wel mooie uitzichten!

Foto’s