Dag 10 Een uitje naar het nationaal park van Ordesa

Op tijd opgestaan voor een uitje naar Ordesa. Dat is een park met bijbehorende Valle. Het uitje bestaat eruit dat we langs de Rio Ara tot Torla rijden en vervolgens met een bus naar het park worden vervoerd. Relaxed. Dat werd het helemaal toen we om dik tien uur de enorme rijen zagen voor de kaartjes en de bus. 

Na ruim drie kwartier reden we. Het deed ons denken aan het Covadonga-uitje in de Picos de Europa, waarbij de bussen met behulp van portofoons elkaar op de smalle weggetjes konden passeren. Zo ook hier.

Aan het eind was er koffie en keuzes uit vele routes. We kozen weer voor een rivierdal route, de Ordesa dus, met aan het eind twee watervallen.

Nu wil je aan het eind van zo’n tocht een beloning. Die vonden we toch wat minder dan dat uitzicht van gisteren in de Valle de Pineta. De rivier en de watervallen, en zo nu en dan een vergezicht, waren natuurlijk prachtig, maar als je alles met bussen, een koffiebar, servicios, informacíon en zelfs een korte rolstoelroute oppimpt. Natuurlijk deden we niet het wildste, maar de meesten gaan toch voor de watervallen en de eenvoudige ruime paden.

De bus terug ging snel en we besloten bij Sarvisé een binnenweg te nemen dwars door de bergen langs Fanlo en de Cañon de Añísclo. Onderweg kom je geen kip tegen, maar bij de Miradors was het soms toch dringen.

Na 45km en een uur passen en meten op de smalle weg, kwamen we bij de Rio Cinca en daarmee waren de rivieren bij Ainsa gerond.

Het is onze laatste dag in Aínsa dus inmiddels hangt ons aparthotel vol met was. We zijn over de helft dus er moet gewassen.

Vanavond, omdat het de laatste in Aínsa was, in de oude bovenstad gegeten. We vonden een restaurantje in een straatje zo’n beetje onder de oude toren. Als er iemand wilde eten, dan werd er gewoon een tafeltje midden op straat bijgezet. Romantisch en gezellig.

Morgen naar Jaca.