Dag 01 Langs de Maas naar Châlons en Champagne.

We staan op met stralend weer in Nijmegen. Het beloofd een mooie eerste rijdag te worden. Na veel wikken en wegen besluiten dat we niets vergeten zijn in te pakken in onze koffertjes en de twee tassen met schoenen en eten.

Om halftien rijden we aan en alles verloopt vlot. We passeren de Maas bij Mook en later bij Venlo, waarna we hem tot aan Luik blijven volgen.

De eerste stop is bij Beek. Het staat nergens op de borden, maar het is een heuse pleisterplaats. Prima voor koffie met koek. 

Tony belooft ons door België te rijden. Het is toch wat minder druk dan bij ons en zeker wanneer we de Ardennen induiken. Rond Charlois wordt het heel rustig op de baan. De Maas blijft ons vergezellen en komt nog dichterbij als we kiezen voor het maasdal ten zuiden van Dinant. Het hoogteverschil is hier best groot. We stoppen in het eerste plaatsje in Frankrijk, Givet genaamd. Het is soms een gevecht met Tomtom om de juiste route te forceren. Tommy wil snelwegen en wij D-wegen. In Givet vinden we een brasserie voor sandwiches. In Frankrijk zijn dat natuurlijk baguettes met van alles er tussen. We zitten op het terras in de schaduw van een grote parasol, want het is intussen wel smoorheet geworden in de buitenzon.

Vanaf Givet puzzelen we een route naar het zuiden via Rethel over een kaarsrechte “Stefan Verwey weg”. Er staan hier veel monumenten uit de eerste WO. Er is hier bar gevochten. Verdun is niet ver hier vandaan. 

Tegen vijven zijn we bij de plaats van bestemming: Chalons en Champagne. Het Bristol hotel laat zich snel vinden. Het doet zijn naam eer aan: beetje vergane glorie, maar het ligt handig voor wie even de stad wil verkennen, maar ook als je er snel uit wil. Na even op adem te zijn gekomen gaan we richting centrum. Toch even met Captur, want het centrum ligt aan de andere kant van de rivier en een halfuur lopen is wat ver. Chalons aan ligt aan de Marne. Die rivier ontspringt aan het zelfde plateau als waar de Maas ontspringt, maar de Marne stroomt richting Seine. We parkeren bij een park aan de rand van het centrum.

Aan de andere kant van het park staan we bijna meteen op de Place de la République. Dat plein moet vroeger anders hebben geheten, want we zien hier vakwerk huizen van honderden jaren oud. Het oude centrum is niet groot. Een straatje verder staan we voor het Hotel de Ville, ook hier weer een indrukwekkend gebouw.  Nog een straatje verder zien we de Kathedraal, omringd door wegwerkzaamheden. Ook de rest van de stad oogt wat rommelig.

We gaan terug naar de Place de la République; daar zijn de meeste eettentjes, al moet je wel tot halfacht wachten, voordat er leven in komt. Dat eten gaat nagenoeg voor Hollandse prijzen, maar het werd mooi gepresenteerd en smaakte allemaal heel goed: Tony “fish and chips”, Dick een risotto met kabeljauw en een ratatouille van groenten. En tot slot een gedeelde cheescake met koffie. 

Op de terugweg naar dat park zien we nog een “son et lumière” show geprojecteerd op het Château du Marché. Dat ‘kasteel’ is eigenlijk een versterkte brug, denk aan de Koppelpoort in Amersfoort.

Terug in het hotel proberen we met een ventilator onder het open raam de ergste warmte te verjagen. Wie verwacht nou dat je in september een kamer met airco zou willen?

Voor morgen een relatief korte rit naar Tours. We denken erover het laatste stuk langs de oever van de Loire te gaan.