F. Einde Weg

8 juli 2018 - Santiago de Compostela, Spanje

Vandaag per sneltrein naar dè pelgrimsstad van Spanje. Het bijzondere aan Santiago is niet zo zeer de mooie of de vele kerken, maar vooral de mensen die er aankomen na soms een korte, soms een lange pelgrimstocht. Dagelijks stromen er uit alle windstreken zo’n kleine duizend mensen binnen. Iets meer dan de helft is man en bijna allemaal komen ze te voet, sommigen te fiets, en een enkeling te paard. 

Santiago is door al die wandelaars erg druk, maar het heeft de stad door de eeuwen heen rijk gemaakt. We vinden hier dus veel kerken, kloosters en opleidingen, en ook een Universiteit. Om half elf stonden we al voor de grote kathedraal, waar je rugzak niet mee naar binnen mag. Na het Madrid-incident in 2004 zit bij de Spanjaarden de schrik er  goed in; daar helpt geen lieve Jacobus aan. Dick liet zijn lege rugzak buiten staan bij een amerikaanse die vrijwillig op de rugzakken van haar collega-wandelaars paste, en we sloten ons aan in de nog niet zo heel erg lange rij van wachtenden. De mis van 10 uur was al begonnen en de kerk zat stampvol, omzoomd door mannen met collectebussen voor de goede gaven. Tony stopte liever een euro in een kaarsjesofferblok. Haar wens werd eigenlijk onmiddellijk vervuld, want het moment was daar dat het wierookvat door vier mannen  werd aangezwengeld, onder luid gezang van een sopraannon en een op vol register spelend groot kerkorgel. Misschien is dit wel de ontlading die je nodig hebt als je aan het einde van de weg bent.

Na de mis volgden we de stadswandeling, waarbij heel veel Casa’s, Prazo’s en arcaden te bewonderen zijn, te  beginnen met het bisschoppelijk paleis, het stadhuis en de peperdure parador van Santiago rondom het prachtige Obradoiro plein. Dit is de plek waar de lopers soms zingend en vaak emotioneel arriveren, want het is einde weg maar ook het begin van hun wandelverhaal en hun reis terug naar huis.

De stad is mooi met al zijn straatjes en kerken en vele restaurantjes. Aan het einde van onze eigen (stads)wandeling kozen we voor een simpele sla en pizza om daarna bij te komen in het Alamedapark voor de siësta. Het park lag op de route naar het station waar de trein Coruña-Vigo ons in 45 minuten weer terugbracht naar Pontevedra. De regionale trein houdt het midden tussen een sprinter, qua snelheid, en zo’n duitse sneltrein qua uitstraling. De ov-chip kaart lijkt hier ver weg, maar ouderwets geknipt worden heeft ook zijn charme.

Eenmaal terug gauw een caña en een sandwich gescoord bij onze benedenburen, nog vol eindeweg indrukken.

Foto’s