Dag 11 Van Sos naar Galdeano

We verhuizen vandaag naar Galdeano, een dorpje ten westen van Estella. We halan Captur, die een paar straten verder staat op.

Onderweg bezoeken we eerst nog een paar van de Cinco Villas, de keten van vijf oude stadjes in Aragón. Ze liggen van noord naar zuid langs de grens met Navarra. Sos is het noordelijkst. 

Het eerste stadje heet Uncastillo. Het heeft net als Sos oude rommelige straatjes met stadhuis en kerk. Het verschil is dat dit stadje aan een rivier ligt: Rio Riguel.

We zoeken er even naar de koffie. Het enige barretje bereiken via een omweg door het stadje, en dan zijn we gewoon terug bij de rivier en de auto. 

Het tweede stadje Sadaba, ligt nog geen 20 km verder. Dit stadje wordt gedomineerd door een enorm kasteel.

Aan de andere kant van de rivier is het centrum. Hier doen we snel wat boodschappen bij een kleine supermercado. We bewonderen opnieuw de oude gebouwen en raken bij de kerk even verzeild in een trouwerij.

De twee zuidelijkste stadjes laten we links liggen. Onze route voert ons naar het westen en we rijden Navarra weer in. Voor de lunchpauze hebben we een wat grotere stad uitgekozen, Olite. Eenmaal daar is er een omleiding, want -je raadt het al- er is alweer zo’n patroonheilige feest aan de gang. We vinden een parkeerplek aan de rand van het centrum en lopen op goed geluk via een gotische poort het centrum in.

De pleinen zijn weer vergeven van mensen met witte hemden en rode sjaaltjes. Het stadje is oeroud, de romeinen renden hier al rond, maar Karel III vestigde zijn zetel hier en bouwde er zijn paleis: Palacio Real de Olite. Hij stierf hier op 8 september 1425.

Het paleis is gerestaureerd en ziet er uit als Bommelstein. De Parador is weer gevestigd in een klooster. Ook hier was een bruiloft aan de gang. Maar de grootste drukte was op het Plaza Carlos III waar iedereen aan lange tafels met elkaar gaat eten, want ook hier is het “comer” een belangrijk sociaal gebeuren.

Het viel nog niet mee om als toerist in de drukte een hapje te gaan eten. Bij een restaurant aan het plein werden we geweigerd toen we een menu de dia wilde delen. Gelukkig vonden we iets verderop een plekje op het terras bij een eenvoudiger tentje. Daar serveerden ze combischotels: platos combinados.

Die bestaan altijd uit een spiegelei, frites en sla, aangevuld met een stukje vlees naar keuze. Voor 12€ heb je een bord vol en het was goed.

We rijden voort naar onze eindbestemming Galdeano. Tot Estella zijn het nu wat grotere wegen, dus we schieten lekker op. Via een kleinere weg bereiken we uiteindelijk ons hotel, het Palacio de dos Olivas. Omdat het hoogseizoen achter de rug, is de receptie in de middag niet bemensd. Via een deurcode kunnen we naar binnen. De kamersleutel ligt gereed. Gelukkig loopt er nog een camerere (dienstmeisje) rond. Ze serveert ons thee. 

In het dorp is niets te beleven. Gelukkig hebben we brood bij ons en dat gaan we in de paleistuin opeten, waar inderdaad twee olijven staan.

Morgen, gaan we Estella verkennen, het is hier vlakbij.